Onder het motto ‘girls can do anything’ rijden Eva, Elke en Maartje van Amsterdam naar Banjul, in Gambia. In ongeveer een maand tijd leggen ze 7.000 kilometer af en rijden ze naar de Sahara. De tocht is onderdeel van de Amsterdam Dakar Challenge waar ze als een van de weinige vrouwen aan meedoen. Enerzijds voor het avontuur, maar zeker ook om geld in te zamelen voor Stichting Hand in Hand en om aandacht te vragen voor het belang van scholing van meisjes in Gambia.
Vol trots laat Eva Spigt het busje zien waarmee ze de lange tocht gaan afleggen. Ruim drie weken autorijden vergt het een en ander aan voorbereiding: “We hebben heel veel gedroogd eten, daar hoef je alleen nog maar een beetje water bij te doen.”
Ook aan de eventuele tegenslagen is gedacht. Elke Elzinga: “We hebben geleerd hoe we banden moeten verwisselen en we weten hoe we de olie moeten verversen.” Ook kreeg Eva nog en handige tip van haar vader: jerrycans vullen met diesel, “omdat er allemaal stakingen zijn in Frankrijk.” Maar of aan alles gedacht is, is nog de vraag, “maar ik zie het gewoon als een roadtrip, het komt vast wel goed”, zegt Elke.
Van de 33 teams doen er maar 3 vrouwenteams mee, waaronder team 1111 van Eva, Maartje en Elke. “Misschien dat het toch iets meer in de markt is gezet als een mannenevent, of omdat vrouwen het spannend vinden om door bepaalde landen te rijden, maar wij willen laten zien dat het wel kan. Dat vrouwen zo’n spannende Dakar Challenge ook kunnen doen. En dat dat geldt voor alle dingen in het leven, dat vrouwen beseffen dat alles kan, dat alles mogelijk is.”
Goede doel
De organisatie van de Amsterdam – Dakar Challenge heeft verschillende goede doelen waar geld voor opgehaald kan worden. Aan het einde van de reis worden de voertuigen waarmee de teams de tocht afgelegd hebben geveild in Gambia. Eva: “Mijn team en ik gaan rijden voor de scholing van meisjes in Gambia, en gaan daar ook de school ‘Yuna’ bezoeken, dat opgericht is door de stichting Hand to Hand.
Wil je ook iets doen? Doneren kan via GoFundMe.