Overheid wil meer grip op woningbouw, wethouder Wonen: “Past bij Amsterdams beleid”

De overheid wil meer grip op de landelijke woningbouw. Minister De Jonge (Volkshuisvesting) presenteerde daarvoor donderdag een wetsvoorstel. Gemeenten, provincies en woningcorporaties worden daarmee verplicht om voor voldoende woningen te zorgen, waarvan ook een aanzienlijk deel betaalbaar moet zijn. De Amsterdamse wethouder Wonen Reinier van Dantzig juicht het voorstel toe: “Dit sluit aan op het beleid in Amsterdam en het is een goede zaak dit ook op landelijk niveau aan te pakken”, zegt zijn woordvoerder tegen Bouw Woon Leef.

Minister de Jonge: “Te lang is gedacht dat lokale beslissingen vanzelf een oplossing zouden bieden voor de woningnood, maar dat is niet het geval. Daarom moeten we de volkshuisvesting in ere herstellen en de regie terugnemen. Met deze wet zorgen we ervoor dat overheden het juiste gereedschap hebben om te sturen op hoeveel, waar en voor wie we bouwen.” 

De bedoeling is dat tot 2023 landelijk 900.000 woningen worden gebouwd. Met deze wet moet worden geregeld hoe die woningen worden verdeeld over het land én op welke locaties zal worden gebouwd. Zo krijgen het Rijk en de provincies de bevoegdheid om bouwlocaties af te dwingen, mocht het aanwijzen ervan vastlopen.

Twee derde van de woningen moet betaalbaar 

Dan is er ook het betaalbaarheidsaspect. Van die 900.000 woningen moet twee derde betaalbaar zijn, zowel in huur- als koopaanbod. Gemeenten waar nog te weinig sociale huur is zullen dat tekort dus moeten gaan rechttrekken en meer sociaal moeten bouwen. In gemeenten waar al veel sociale woningen staan moet dan weer meer op het middensegment worden ingezet.

Dat leidt tot forse kritiek, onder meer van de VVD, die het “een absurd idee” noemt om dit landelijk op te leggen. VVD-Kamerlid Peter de Groot tegen NOS: “Deze minister wil de achterstandswijken van de toekomst over heel Nederland uitrollen.” De partij pleit juist voor meer woningen in het middensegment. De Jonge zegt de kritiek van de VVD niet te begrijpen en zich er niet teveel van aan te willen trekken.

 

Van Dantzig is voorstander van meer betaalbare woningen: “In Amsterdam werken we natuurlijk al een tijd met de 40-40-20-regel, waarbij veertig procent van de woningen sociaal is en veertig procent in het middensegment valt. Wij hebben daar goede ervaringen mee. Het is belangrijk om duidelijke regels te hebben, zodat beleggers en ontwikkelaars weten waar ze aan toe zijn en zo hun plannen kunnen rondrekenen.”

Directeur van Amsterdams architectuurcentrum Arcam Indira van ’t Klooster heeft haar bedenkingen bij het positieve effect van de wet. Ze maakt zich zorgen dat snelheid boven de kwaliteit, duurzaamheid en de zorgvuldigheid waarmee gebouwen in de omgeving worden ingepast. “Het is de uitdaging om het zo te regelen dat gemeenten nog wel ruimte houden om bovenwettelijke kwaliteits-en duurzaamheidseisen in stand te houden en bij voorkeur te versterken.”

De internetconsultatie voor het wetsvoorstel is geopend. Er kan tot 30 maart worden gereageerd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *