Duizenden extra huizen, een verduurzaming van de bestaande woningen en een vlottere doorstroming. Alle middelen moeten worden aangegrepen om deze wooncrisis het hoofd te bieden. Dat is te lezen in de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting (AAV), die vandaag wordt gepresenteerd door wethouder Volkshuisvesting Zita Pels.
Andere keuzes maken. Eigenlijk is dat waar de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting (AAV) op neerkomt, zegt verantwoordelijk wethouder Zita Pels. “Jarenlang heeft het beleid vooral de nadruk gelegd op de woningmarkt en zijn we volkshuisvesting uit het oog verloren”, schrijft ze in de inleiding van de AAV, die ze vandaag presenteert.
Ouderen boven expats
Die andere keuzes komen neer op wie volgens haar geholpen moeten worden op de grillige Amsterdamse woningmarkt – en wie niet. In die laatste categorie vallen de hogere inkomens, expats en internationale studenten. De focus van de AAV ligt juist op ouderen, gezinnen, kwetsbare groepen en Amsterdammers met een laag- en middeninkomen. “De groepen voor wie de stad onbetaalbaar of onbereikbaar is of dreigt te worden, hebben onze hulp hard nodig”, ligt Pels die keuze toe. “En wel nu.”
Het begeleiden van ouderen naar een passender huis, de zogeheten doorstroming, neemt in de AAV een belangrijke plek in (artikel gaat verder na de video):
De AAV dient als ‘stip aan de horizon’, zegt Pels. Uitgangspunt is hoe de Amsterdamse woningmarkt er in 2040 zou moeten uitzien. “Wonen moet een recht worden, en geen verdienmodel. Met de AAV gaan we echt weer terug naar volkshuisvesting in plaats van een woningmarkt .” De wethouder wil nu in gesprek met de gemeenteraad en onder andere woningcorporaties om de plannen verder uit te werken.
De inspanningen van de AAV zijn nu gericht op de komende eerste vijf jaar, tot 2027. Tussentijds worden de effecten van het beleid in de gaten gehouden, om waar nodig bij te sturen. Zeven doelen staan centraal.
De doelen zijn hoog en de omstandigheden – de oorlog in Oekraïne, de klimaatcrisis, de inflatie – verre van ideaal. Maar volgens de wethouder kán de stad kan niet anders. “De wooncrisis is diep. Het is niet iedereen gegeven in een betaalbare, duurzame en veilige woning te wonen.”
Hoe de zeven doelen behaald moeten worden staat ook in de AAV: 7500 nieuwbouwwoningen per jaar, met daarbovenop jaarlijks nog eens zo’n 2500 tijdelijke woningen. De verkoop van sociale huurwoningen wordt beperkt tot een minimum. Met extra regulering worden excessen aangepakt. En het verder aanmoedigen van verduurzaming van huizen met slechte energielabels.
Corporaties
Pels erkent dat de plannen niet alleen zijn uit te voeren en zoekt dan ook nadrukkelijk de hulp op van partners. “De sociale huurwoningen die we hebben, moeten we behouden”, zegt Pels. “De corporaties zijn onze belangrijkste partner. We willen zorgen dat zij meer investeringsruimte krijgen. Hiervoor pleiten we in Den Haag voor een ander belastingstelsel.” Zo komt financiële ruimte vrij voor de corporaties om in te zetten op bouwen en verduurzaming.
Volkshuisvesting dus, geen woningmarkt – het vereist, denkt Pels, een omslag in de manier waarop we denken naar wonen in de stad. Maar: “Het kán. We moeten niet denken dat de wooncrisis een natuurverschijnsel is – dat is in mijn ogen het gevolg van hele slechte keuzes van het Rijk van de afgelopen 10, 15 jaar. Daardoor zitten we nu hier.”
Startpunt: keuzes maken. Voor huisvesting voor de groepen die dat nu het meeste nodig hebben – zoals Amsterdam dat decennialang heeft gedaan. “Daar begint het mee.”