Iedereen die zich een beetje Ajacied noemt kent hem: de langezijdeloper. Hij heet Gerard Wezenberg en al meer dan vijfentwintig jaar rent hij met zijn vlag de lange zijde van de Johan Cruijff Arena op en neer. Maar afgelopen zondag werd zijn vlag tijdens de wedstrijd afgepakt door een steward. “De hele Arena stond aan mijn kant, schitterend.”
Bij bijna elke thuiswedstrijd begint Gerard na ongeveer een uur spelen met rekken en strekken. Ook maakt hij alvast de weg vrij van bekertjes en tassen. Hij weet wat hij doet, want hij rent al jaren. Speciale schoenen voor extra grip heeft hij ook. “Ik ben echt belangrijk voor de club. Als het niet goed gaat, ga ik rennen. Vaak doe ik dat rond de zestigste minuut. Dan hebben ze me extra nodig. Als ze dan scoren denk ik vaak: ja, deze goal kwam echt door mij. Dat is mooi.”
Tijdens Ajax-Excelsior afgelopen zondag ontplofte de ArenA na de 5-0 van Tadic. Niet vanwege het doelpunt, maar omdat Gerard zijn vlag moest inleveren bij een steward. “Het hele stadion ging tekeer”, zegt Gerard. “Maar het was niet leuk want die mevrouw wist blijkbaar niet wie ik was. Er zijn steeds weer nieuwe stewards en die weten van niets.”
Terwijl de Arena de steward uitfloot, pakte Gerard papieren uit zijn buideltasje. “Ik heb papieren waarop staat dat ik gewoon mag rennen en toen ik die liet zien was het kermisbal natuurlijk. Toen ben ik daarna meteen gaan rennen. En iedereen juichen, geweldig. Schitterend, daar zijn de jongens voor”, vertelt hij glunderend.
Gerard woont en werkt op een zorgboerderij in Zunderdorp. Hij wil graag zijn verhaal doen zodat iedereen voortaan weet wie hij is en er geen misverstanden meer ontstaan. “Ik doe dit om de club te steunen. Nooit zou ik vechten of ruziemaken. Daarom ga ik ook niet meer naar uitwedstrijden, maar blijf ik in Amsterdam. Ik wil gewoon rennen.”