IJburg geeft het slechte voorbeeld: hoe pak je de bereikbaarheid van nieuwe stukken stad dan wél aan?

Bij de aanleg van nieuwe stedelijke gebieden moet je goed nadenken over de bereikbaarheid. IJburg is daar misschien wel het ultieme voorbeeld van in Amsterdam: niet zelden staan er lange rijen auto’s op de IJburglaan en is de dienstregeling van tram 26 naar de woonwijk verstoord. Met de extra woningen die op IJburg worden bijgebouwd wordt de bereikbaarheidsuitdaging alleen maar groter. Wat moet er beter? En hoe voorkom je dergelijke problemen in de toekomst? 

Om de problemen op te lossen en de bereikbaarheid van IJburg bestendig te maken voor de toekomst werkt de gemeente aan een mobiliteitsplan (dat daarnaast de bereikbaarheid van het Zeeburgereiland moet verbeteren). Zo wordt er volop ingezet op deelvervoer en extra fietsroutes in het gebied. Ook het openbaar vervoer krijgt een impuls. Zo staat onder meer een verlenging van tramlijn 26 tot Strandeiland op de planning. 

Lessen voor de toekomst 

Of deze impulsen de bereikbaarheid van IJburg en het Zeeburgereiland verbeteren moet blijken. Maar welke lessen kunnen we meenemen naar de ontwikkeling van stedelijke gebieden in de toekomst? Volgens bouwambassadeur van de provincie Noord-Holland Lex Brans zit de oplossing in wat hij omschrijft als Transport Oriented Development. Oftewel, investeringen in de bereikbaarheid van gebieden, vóórdat er ook daadwerkelijk gebouwd wordt. “Overal – in Vancouver, Wenen, Kopenhagen – zie je al dat investeringen in infrastructuur voorafgaan aan succesvolle gebiedsontwikkeling”, zegt Brans tegen NUL20 Magazine. 

Toch zijn er veel obstakels bij die aanpak. Vind bijvoorbeeld maar eens een partij die de enorme investering in de aanleg van nieuwe infrastructuur vooraf wil doen. 

Ontwikkelaar Peter Heuvelink denkt dat de aanpak die Brans omschrijft de toekomst heeft: ”Ik zie dat we in nieuwe gebieden toch gaan zorgen dat er eerst Hoogwaardig Openbaar Vervoer ligt (HOV) ligt voordat we gaan bouwen. Op die manier kunnen we ook de grotere gebiedsontwikkelingen aanpakken. Zeker in de Metropoolregio Amsterdam is veel aandacht vanuit de vervoersregio om gaten in het mobiliteitsnetwerk te sluiten.” 

Heuvelink bouwt in Almere Centrum wooncomplex HIGHnote. Het gebouw heeft geen parkeerplaatsen maar heeft wel het treinstation om de hoek.

Almere Poort

In het gebied rondom station Almere Poort, het eerste Almeerse station dat je vanuit Amsterdam gezien tegenkomt, investeert belegger Pieter Knauff in gezinswoningen voor de middeninkomens. “Wij hanteren bereikbaarheid als de belangrijkste reden om hier te investeren. Het OV is hier vlakbij, maar ook de ontsluiting naar snelwegen.”

Zoals Heuvelink al stelde gaat de ontwikkeling van HOV steeds vaker vooraf aan gebiedsontwikkeling. Het voorbeeld van Almere Poort staat dan ook niet op zichzelf. Knauff: “Van onze projecten die in aanbouw zijn of nog van start moeten gaan ligt tachtig procent op loopafstand van een trein- of metrostation. Daaruit blijkt hoe belangrijk bereikbaarheid voor ons is.” Wel benadrukt hij dat er ook aandacht moet zijn voor andere vormen van vervoer, zoals fietsverbindingen en deelvervoer die ook in het mobiliteitsplan voor IJburg weer terugkomen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *