“Gezeik, te lang wachten” en “Amsterdammers lopen door rood terwijl ze moeten stoppen”. Verkeerslichten houden de gemoederen onder Amsterdammers flink bezig. De stad staat er dan ook vol mee. Op ruim 430 kruispunten is er wel één te vinden. Maar hoe werken ze eigenlijk op zo’n drukke kruising? En heeft het zin om eindeloos op het knopje te drukken? Op deze vragen en meer geeft verkeerslichtenontwerper Maarten Nelissen antwoord in Het Verkeer.
Op de kruising Amstelkade, Ceintuurbaan in de Pijp ontmoeten we verkeerslichtenontwerper Maarten Nelissen. Hij geeft antwoord op de meest prangende vragen van Amsterdammers.
Wachttijden laag mogelijk
Zo wordt onder andere de vraag: “Hoe worden verkeerslichten op elkaar afgesteld?”, aan Nelissen gesteld.
“Hier komen fietsers, voetgangers, de tram en autoverkeer allemaal bij elkaar”, zegt Nelissen terwijl hij wijst naar het kruispunt. De wachttijden worden zo laag mogelijk gehouden door te kijken wie prioriteit heeft op het kruispunt. Op dit kruispunt krijgt de tram voorrang, vertelt Nelissen. “Voor de rest komt iedereen per rondje aan de beurt.”
Naast dat verkeerslichten op elkaar zijn afgesteld, zijn soms ook hele kruisingen aan elkaar gekoppeld. Op deze manier zijn er groene golven in de stad. “Zo kunnen auto’s en fietsers in één keer door bij verschillende kruispunten.”
Knopje drukken
De meeste Amsterdammers zijn sceptisch over de werking van het knopje bij een verkeerslicht. “Maar ik heb wel het idee dat het sneller gaat dan”, vertelt een voorbijganger.
“Deze vraag krijgen we vaker”, zegt Nelissen lachend. “Er is geen meerwaarde om vaker op de knop te drukken. Het is niet: hoe vaker je drukt, hoe sneller groen je krijgt.” Maar überhaupt drukken heeft wel zin. “Voetgangers moeten altijd drukken om groen te krijgen. Fietsers hebben in principe detectielussen in het wegdek, maar als deze het niet doen dan kunnen ze wel het drukknopje gebruiken.”
Toekomst
Na alle vragen te hebben geantwoord kijkt Nelissen ook nog even naar de toekomt. We hoeven geen veranderingen te verwachten qua uiterlijk van het verkeerslicht. Maar er zijn wel ontwikkelingen gaande in de uitvoering.
”Nu zijn alle kruispunten en lantaarns afgesteld op de detectielussen in het wegdek en drukknoppen. Later zal het verkeer al van verder weg worden gedetecteerd, waardoor er een betere doorstroom zal zijn. Zo moeten de wachttijden bij de lichten nog kleiner worden”, sluit Nelissen af.