Gemeente betaalt naamswijziging als achternaam herinnert aan slavernijverleden

Amsterdammers die hun (achter)naam willen veranderen omdat die herinneringen oproept aan het slavernijverleden, kunnen het geld voor die naamswijziging bij de gemeente terugkrijgen. Dat laat het stadsbestuur vandaag weten in antwoord op vragen van DENK. 

Het stadsbestuur wijst erop dat het kabinet vorige maand liet weten dat het kabinet kosteloze naamswijziging voor nazaten van tot slaafgemaakte personen mogelijk wil maken. Eind dit jaar moet dat gaan gebeuren.

“Het college is blij dat het kabinet deze stap nu zet”, schrijft het stadsbestuur. “De uitwerking van dit beleid door het Rijk heeft tijd nodig. Daarom kiest het college er nu tot die tijd voor om Amsterdammers die om deze reden hun naam willen veranderen hiervoor te compenseren.”

Het stadsbestuur omschrijft slavenhandel en slavernij als misdaden tegen de menselijkheid. “Wij kunnen het verleden niet meer ongedaan maken. Wat we wel kunnen doen is de doorwerking van dat verleden tegengaan.”

De gemeente Utrecht besloot al eerder om naamswijzigingen te betalen. Volgens het Centrum voor familiegeschiedenis kan het bijvoorbeeld gaan om namen als Paesch, Rasmijn, Plantijn, Koeks of Scharbaai.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *