Albert zag 60 jaar geleden zijn vader de C&A-brand blussen: “Er was echt niets meer van over”

Het is zestig jaar later als Albert van Ginkel (71) twee weken geleden het rode lederen fotoalbum van zijn vader Adrie weer eens openslaat. Alberts vader was brandweerman én hobbyfotograaf: “Zo af en toe nam hij zijn fototoestel mee als hij een brand ging blussen.” Zo ook op 16 februari 1963, toen het C&A-gebouw op het Damrak in vlammen opging, waarschijnlijk door kortsluiting.

Het was de grootste brand in de stad sinds 1945. Rond twee uur ‘s nachts ontdekten drie voorbijgangers de vlammen in het gebouw. Er vielen geen gewonden, maar van het gebouw was niets meer over. “Het was echt spectaculair”, aldus de jonge Van Ginkel. Uit het Polygoonjournaal werd duidelijk dat enkel één regenjas van de kledingcollectie aan de brand heeft weten te ontsnappen. De schade werd destijds geschat op tenminste vijftien miljoen gulden.

De hele dag was Albert te vinden op het Beursplein. “Mijn vader werd om 6 uur uit zijn bed gebeld en maakte mij wakker. Het was zó spectaculair dat hij me zei naar het Damrak toe te gaan.” Dat het die dag ijskoud was, kan Van Ginkel zich niet meer herinneren. “Het gevoel van sensatie overheerste.” De ijspegels hingen aan het gebouw en de Jan van der Heyden-blusboot kon vanwege het dichtgevroren water het Damrak niet bereiken.

Zo vader zo zoon

Albert ontvluchtte het huis graag, het liefst ging hij dan mee naar het werk van zijn vader. “Ik was vaak te vinden bij de kazerne.” Albert kende de collega’s van zijn vader en was erg geïnteresseerd in het werk dat de mannen verrichtten. Het was zeven uur ‘s ochtends toen Albert, vanaf het Beursplein, tussen duizenden nieuwsgierige mensen uit Amsterdam en de rest van het land naar de brand stond te kijken. “Ik heb daar dus de hele dag gestaan. In deze tijd zou dat helemaal niet meer kunnen. Dan wordt alles direct afgezet.”

Af en toe liep Albert even naar voren en vroeg hij aan de collega’s van zijn vader waar hij was en hoe het ging. Adrie stond bij het paleis op de Dam. “De brand was namelijk zo heftig dat men bang was dat de Nieuwe Kerk en het paleis ook schade zouden oplopen.”

Het rood lederen fotoalbum met op de kaft het wapen van de brandweer zorgt voor veel herinneringen bij Albert. “Mijn vader heeft echt schrijnende dingen moeten meemaken. Soms kwam hij thuis van zijn werk en zat hij huilend aan tafel.” Dit én dat er een machocultuur hing op de kazerne, heeft ervoor gezorgd dat ik zelf nooit heb getwijfeld over een carrière als brandweerman. Ik ben de verpleging ingegaan.” Toch was Albert graag in de buurt van zijn vader en zijn werk. Hij kijkt dan ook vol bewondering terug op de momenten die zijn vader heeft vastgelegd in het fotoboek. “Ik weet niet waarom, maar trots ben ik wel ja.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *